Beleidsplan Licht in de Openbare Ruimte

Hoofdstuk 3 Visie ambitie en beleid voor openbare verlichting


Visie: Donker waar mogelijk, licht waar nodig

De gemeente kiest voor ‘Donker waar mogelijk, licht waar nodig’. Dit betekent dat zij alleen verlicht waar en wanneer dat nodig is. De gemeente vraagt ook andere eigenaren om spaarzaam, functioneel en duurzaam te verlichten. Motieven hiervoor zijn (zoals toegelicht in het intro H1. en Bewust Verlichten):

  • het landelijke en groene karakter van de gemeente te behouden en versterken
  • in de avond en nacht hoort duisternis met zichtbare sterren daar bij
  • de kwaliteit van de openbare ruimte te verhogen
  • lichthinder voor mens en dier tegen te gaan
  • onnodig energieverbruik te voorkomen uit oogpunt van duurzaamheid en maatschappelijke kosten

Voor openbare verlichting draait de gemeente zelf aan de knoppen. Dit hoofdstuk gaat over openbare verlichting. (Klik hier voor de visie op en aanpak van overige Lichtbronnen).

Openbare Verlichting op Maat

Voor ieder gebied en per wegcategorie maakt de gemeente een afweging op maat.

Doelen: de gemeente plaatst verlichting in de openbare ruimte om bij te dragen aan: 

Deze doelen weegt de gemeente af tegen de andere belangen van de groene gemeente die Westerveld is. Dit hoofdstuk beschrijft hoe de gemeente Westerveld gemotiveerd afwijkt van de landelijke adviesrichtlijnen voor wat betreft de hoeveelheid te plaatsen verlichting. Ook wordt beschreven hoe de gemeente de plicht van het Burgerlijk Wetboek invult door eerst te kijken naar de alternatieven voor verlichting. 

De gemeente houdt bij iedere keuze rekening met duurzaamheid, leefbaarheid en de maatschappelijke kosten. De gemeente wil zorgvuldig omgaan met:

Ambitie: geen verdere toename

Het ambitieniveau van Westerveld is geen verdere toename van de totale lichtuitstoot. Dit is een kwalitatieve ambitie die lastig meetbaar is. De intentie is echter helder:

  • de verstoring door licht in totaliteit neemt niet verder toe
  • bij huidige storende bronnen wordt bekeken of hier verbetering mogelijk is
  • bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen wordt de verlichting dusdanig ingericht dat de kwaliteit van de leefomgeving wordt versterkt

Doel is nadrukkelijk niet om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen tegen te houden. Het gaat erom de extra lichtbronnen zo min mogelijk op de omgeving te laten storen door een bewust en duurzaam verlichtingsplan.

De gemeente voert hiervoor diverse activiteiten uit passend bij de bestaande gemeentelijke taken en projecten. De gemeente zoekt hiervoor de samenwerking met lichtbroneigenaren en heeft een stimulerende rol. Deze wordt beschreven bij de diverse lichtbronnen.

Beleid: zorgvuldig toepassen van openbare verlichting

Strategie voor bewuster verlichten (5 stappen)

De gemeente Westerveld kiest niet automatisch voor het plaatsen van openbare verlichting. Ze bekijkt eerst of er andere mogelijkheden zijn om de weg veilig te maken. Als er verlicht moet worden, doet de gemeente dit zo bewust mogelijk

Als de gemeente de weg of de verlichting gaat aanpassen, bekijkt zij de volgende mogelijkheden op deze volgorde: 

  1. infrastructurele maatregelen waardoor geen/minder verlichting nodig is
  2. passieve markering (verbeterde reflectietechnieken o.a. in bebording, belijning en bebakening)
  3. actieve markering (innovatieve reflectietechnieken met LED lampjes in wegdek, betonbanden of bakens)
  4. energiezuinige lampen plaatsen met een laag vermogen
  5. innovatieve technieken toepassen (slim schakelen, eventueel dimmen)

Deze strategie beperkt de hoeveelheid licht bij het ontwerpen of herinrichten van de openbare ruimte. Verlichting wordt in samenhang bekeken bij het ontwerp voor beplantingen, schuttingen, paden en dergelijke. Voordat wordt verlicht, dient een zorgvuldig en integraal ontwerp van de openbare ruimte te worden gemaakt. 

Toepassen ROVL-2011: Hoeveelheid licht op straat 

Als er vanwege veiligheid verlichting nodig is, zoals in bovenstaande stappen 4 en 5, hoeveel licht plaatst de gemeente dan? De landelijke Richtlijn Openbare Verlichting (ROVL-2011) adviseert over de sterkte van het licht en over hoe gelijkmatig het verspreid is over het wegdek.

De gemeente Westerveld benut de richtlijn als hulpmiddel en richtsnoer ten behoeve van de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid. Wel maakt de gemeente per situatie een eigen passende keuze in het kader van haar visie ′donker waar mogelijk, licht waar nodig′, oftewel bewust verlichten.

De adviezen in de ROVL sluiten qua lichtniveau meer aan bij de gebouwde omgeving in stedelijke gebieden. Daar is men gewend aan meer licht op straat, bebouwing, drukte en wellicht meer veiligheidsproblemen. 

De gemeente Westerveld kiest voor verlichting die past bij de eigen, landelijke, omgeving, rekening houdende met de beleving van de openbare ruimte, energieverbruik, lichthinder en lichtvervuiling, landschap en de kosten van openbare verlichting. 

Buiten de bebouwde kom

In het buitengebied verlicht de gemeente zo min mogelijk. Alleen ten behoeve van de verkeersveiligheid wordt op bepaalde locaties verlicht wanneer markering niet voldoende oplossing biedt. Dit is conform de landelijke adviesrichtlijn ROVL-2011. Àls er wordt verlicht, wordt er meestal voor oriënterende en niet voor gelijkmatige verlichting gekozen. Een sobere verlichting blijkt meestal voldoende.    

Binnen de bebouwde kom - verlichtingssterkte

  • Als de gemeente verlichting aanlegt of vervangt (omdat alternatieven niet voldoende zijn) dan streeft zij naar een passende verlichtingssterkte. Deze zal vaak lager zijn dan de landelijke ROVL-2011. Ieder verlichtingsplan wordt getoetst op zo min mogelijk lichthinder en zo energiezuinig mogelijke verlichting.
  • In de avond wordt de aangelegde verlichting gedimd naar 70% en in de nacht naar 50%. In woonstraten worden in 2015 en 2016 bekeken of er zelfs naar 30% gedimd kan worden omdat er weinig verkeer is in de nacht. Gedimde verlichting beschouwt de gemeente als voldoende en passend omdat het landelijk gelegen Westerveld van oudsher op een laag niveau is verlicht en mensen hier aan gewend zijn. 
  • Dimmen heeft invloed op de verlichtingssterkte, niet op de gelijkmatigheid. Doel is minder licht op het moment dat het rustig is op straat.
  • Het menselijk oog kan het verschil tussen een hogere en lagere verlichtingssterkte niet goed waarnemen. Voor de beleving van het straatbeeld en het rijcomfort is de mate van gezichtsherkenning (lichtkleur) en de gelijkmatigheid veel belangrijker dan de verlichtingssterkte.

Binnen de bebouwde kom - gelijkmatigheid

  • Gelijkmatigheid vindt de gemeente Westerveld van belang voor de verkeersveiligheid en voor de sociale veiligheid. Bij nieuwe aanleg en renovatie wordt beoordeeld welke gelijkmatigheid passend is, waarbij de ROVL-2011 als richtsnoer wordt gebruikt. Op diverse wegvakken is een hoge gelijkmatigheid niet nodig. Bij vervanging op bestaande lantaarnpalen blijft de gelijkmatigheid vaak gelijk aan de huidige situatie. 
  • Gelijkmatigheid voor sociale veiligheid en sfeer: vooral in het centrumgebied en woongebieden vindt de gemeente het belangrijk dat er voldoende gelijkmatig licht is (dus zonder teveel lichtere en donkere plekken op het wegdek) omdat mensen dat juist in dergelijke verblijfsgebieden als prettig ervaren.
  • Gelijkmatigheid voor verkeersveiligheid: op doorgaande wegen en bedrijventerreinen vindt de gemeente gelijkmatigheid vooral van belang voor verkeersveiligheid zoals op rotondes of op drukkere wegen. 

Toepassen Politie Keurmerk Veilig Wonen

  • De gemeente Westerveld verlicht woonwijken niet op het niveau van het certificaat Veilige Omgeving.
  • De gemeente vindt bescheiden verlichting op veel locaties voldoende. De gemeente dimt gedurende meer uren en tot een lager lichtniveau dan door het keurmerk wordt aangegeven. Ook houdt de gemeente niet standaard de gelijkmatigheid van de ROVL/PKVW aan.
  • De meeste bewoners zijn gewend aan de huidige mate van verlichting. Bij een renovatie zal de kwaliteit van het licht en het zicht al sterk verbeteren doordat er nieuwe verlichtingstechnieken toegepast worden en de lichtkleur naar warmwit gaat.
  • De gemeente én het politiekeurmerk geven aan dat de voortuinen en voorgevels niet door de openbare verlichting hoeven worden aangelicht.
  • De gemeente Westerveld heeft vanuit de discipline ′verlichting′ de voorkeur om achterpaden niet te verlichten. Door een gebrek aan sociale controle, kan verlichting een schijngevoel van sociale veiligheid geven. Het verlichten van achterpaden zorgt daarnaast vaak voor lichthinder voor omwonenden, lichtvervuiling en extra energieverbruik.  
  • De gemeente spreekt met woningcorporaties en bouwende partijen over veiligheid in de woonomgeving. Het Politiekeurmerk maar ook het beleid van Bewust Verlichten van de gemeente vormen de onderlegger bij eventuele afspraken. 
  • De discipline ′stedenbouw′ houdt vanaf de start van het ontwerp voor de inrichting van de openbare ruimte rekening met de wens om verlichting te verminderen én met de adviezen vanuit het PKVW (zols voorkómen van het aanleggen van achterpaden) om woonwijken zo veilig mogelijk in te richten.

Toepassen Keurmerk Veilig Ondernemen

  • Het verlichtingsniveau op bedrijventerreinen hangt af van de functie en het nachtelijke gebruik van het terrein en de huidige verkeers- en objectieve sociale veiligheid.
  • Nieuwe verlichting heeft een witte of warmwitte kleur.
  • De gemeente streeft naar een passende gelijkmatigheid, deze kan lager zijn dan de landelijke richtlijn ROVL-2011. 
  • De gemeente bespreekt met de bedrijven welke veiligheidsmaatregelen zinvol zijn en welke verlichting passend is gezien de situatie qua veiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid.
  • De gemeente heeft niet het doel geformuleerd dat bedrijventerreinen aan het KVO gaan voldoen.

Aansprakelijkheid (Burgerlijk Wetboek)

  • De gemeente weegt per gebiedstype en per wegvak zorgvuldig af wat passende verlichting is, gebaseerd op een lichttechnische berekening.
  • Dit beleidsplan geeft aan welke motivatie de gemeente heeft bij haar keuzes voor wat betreft wel of niet verlichten, de verlichtingssterkte en gelijkmatigheid. 
  • Bij de zorgplicht van de gemeente hoort niet alleen een bewust keuze voor wat betreft nieuwe verlichting. Van evenveel belang is goed beheer en onderhoud door tijdige vervanging van lampen, armaturen en masten.

Arbeidsomstandigheden en installatieverantwoordelijkheid

  • De gemeente Westerveld heeft nog geen installatieverantwoordelijke aangewezen. Wel hebben alle personen die werken met electrische installaties, hiervoor de juiste opleiding genoten.
  • De gemeente Westerveld draagt zorgt bij uitbesteding van werk voor de veiligheid van haar elektrische installaties door de verantwoordelijkheid tijdens montage, onderhoud en verwijdering expliciet bij de aannemer te leggen via het bestek.
  • Het beheerplan beschrijft de periodieke inspecties van de installaties en instructie van betrokken medewerkers.

Lichtkleuren

De gemeente kiest bewust per gebied welke lichtkleur zij toepast. Belangrijk bij de keuze van de lichtkleur is:

  • de mate van gezichtsherkenning: in het oude oranje licht vallen kleurcontrasten weg waardoor nuances in gezichten en kleuren lastig te zien zijn
  • de mate van energiebesparing en levensduur:  één van de technieken in de LED verlichting is dat er blauw licht wordt gemaakt wat met fosforen in andere kleuren wordt omgezet. Het oorspronkelijke blauwige, felwitte licht heeft de minste energieverliezen. Het is daardoor het meest energiezuinig en heeft de langste levensduur
  • sfeer: in verblijfsgebieden zoals centrum of woonwijken wordt meestal voor een warmere kleur gekozen vanwege de sfeer. Het blauwwitte licht komt zakelijker over en wordt daarom vooral op doorgaande wegen en bedrijventerreinen toegepast

Onderstaande opsomming geeft een richtsnoer voor nieuwe of te vervangen verlichting, maar besluitvorming is altijd maatwerk:

  • woonwijken (erftoegangswegen) en Centrum/Winkelgebieden - warmwit - wit
  • bedrijventerreinen en hoofdstructuur (gebiedsontsluitingswegen) - wit
  • buitengebied - warmwit
  • natuurgebied - warmwit, groen, oranje of amber